• Psalm 8
  • David de man naar God hart. Handelingen 22: Toen stootte God hem van de troon en maakte David koning, van wie hij getuigde: “In David, de zoon van Isaï, heb ik een man naar mijn hart gevonden, die geheel naar mijn wil zal handelen.”
  • Petrus de ‘rots’.
    Matteüs 16:18 En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen,  en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen.
  • Gideon de held.
    Richteren 6:12 De Engel des Heren verscheen hem en zei tot hem: De Here is met je, jij dappere held.
  • Paulus: wat ik wil dat doe ik niet en wat ik doe dat wil ik niet. Dat zegt wel iets over zijn (het menselijk) karakter.
    Romeinen 7:2 Ik ontdek in mij de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen.